Selecteer een pagina

INTERVIEW

 

Grote Nieuwe Werelden In Klein Formaat

 

Het was vroeg in de middag toen ze belde om te zeggen dat ze er was. Ik haalde haar op en we besloten om eerst ergens te gaan eten. Tijdens het eten en drinken spraken we over reizen, eilanden en de mogelijkheid van een rustig en gelukkig leven zonder gezeik over van alles. En ook over de tien schilderijen. Hier volgt een verslag ervan.

Het zijn onvergelijkelijke objecten, zei ze, ver van de vertrouwde kaders en labels. Toch zit er een goeie en eenvoudige schoonheid in, zonder kunstgrepen, met een nog onbesliste worsteling.

Ja, dat klopt, ja . . . het is nu nog net als een ontdekkingstocht . . . ik bedoel, er valt nog niet zoveel over te zeggen, behalve dat het beeld, het porselein, het glas en de intuïtie samenvallen . . .  dat het eerste resultaat er is.

Als grote nieuwe werelden in klein formaat, zei ze.

Ja, mooi gezegd. Poëtisch, ja. De kunst die genomen had begon weer te geven. Eerst was er niets en dat ontplofte. En toen was er dit met allerlei potentie.

En nu? Wat wil je gaan doen? vroeg ze.

Nou, om te beginnen wil ik kijken of ik glas en porselein kan versmelten tot één materiaal . . ,  maar wat ik vooral wil is me hoeden voor elke vorm van dogmatiek, van regels . . . vrij om mijn gedachten te laten gaan . . .  om te zoeken naar een hele vrije vormentaal . . . Dat is wat ik wil proberen . . .

Dat klinkt nogal cliché . . . , vind je niet?

Alsof dat ertoe doet, zei ik. Alsof er op de valreep, in laatste instantie, iets belangrijkers is dan clichés. Nee, kijk, het aardige van dit soort dingen is dat er vaak veel meer kan dan je denkt.

En wat voor mogelijkheden zie je dan?

Het is alchemie. Het is vuur, hè. Het zijn ovens. Het is uit glas en porselein iets nieuws, iets schitterends en betoverends maken . . . met als resultaat wonderbaarlijke schilderijen die nog nooit gemaakt zijn . . . Het is in feite een manier van werken waarin de schilderijen zichzelf maken en waarbij mijn invloed minimaal is . . . Ik schep alleen de voorwaarden . . . de intuïtie, de manier waarop de materialen de ovens in gaan.

Het materiaalgebruik ziet er heel ingewikkeld uit.

Ja. Het is een techniek die ik mezelf in de loop van de tijd heb aangeleerd. . . . in feite gestuurd door keramisten en glaskunstenaars  . . . en die zich heeft ontwikkeld tot een soort methode. Eentje die nog lang niet af is, maar die, mits goed uitgevoerd, goeie schilderijen oplevert, waarin dingen gebeuren die je niet kan voorzien, noch voor mogelijk kan houden . . .  En uh, natuurlijk ken ik het materiaal, maar tegelijkertijd gaan glas en porselein hun eigen gang volgens hun eigen wetten, regels en logica . . . De ene keer blijven ze bijvoorbeeld aan het oppervlak zitten, en de andere keer schieten ze naar de diepte en barst de boel open of kapot . . . Of de ene keer is het zus en de andere keer is het zo.

Maar het gaat natuurlijk niet alleen over de techniek. Mensen willen ook gewoon dingen die ze kennen. Die ze mooi vinden. Geen gejeremieer over methode zusofzo.

Nou, weet je, het is allemaal veel gecompliceerder, denk ik . . . Het gaat om het mysterie wat we met z’n allen nog moeten oplossen.

Waar we nog verklaringen voor moeten vinden? vroeg ze.

Ja, precies. Geen staaltje van psychodinges ofzo . . . maar toch kunst als een vorm van reconstructie . . . als een soort politie-onderzoek waarin het ontmaskerde leven nog een keer zijn kunstje moet opvoeren. En techniek is daarbij een hulpmiddel.

Een vriend van me, een romanschrijver, onderbrak ze me, beweert dat goede kunst duidelijk bedrog moet zijn, zodat de kijker naar eigen goeddunken de mate van zijn lichtgelovigheid kan aanpassen.

Bedrog? . . . Meer namaak, bedoel je. Het is allemaal namaak, denk ik. In een verhaal of kunst moet een motief zitten, hè. Een plot. Al is het maar om het te kunnen begrijpen . . . Terwijl het echte leven het natuurlijk heel goed zonder plot kan stellen . . .  Nee, waar het hier om gaat is om te kijken of ik het beeld kan laten overtuigen. Ik moet kijken of ik dat kan. Wat is anders de zin van kunst?

En wat is die zin dan volgens jou? vroeg ze.

Nou, ik wil dingen maken die een emotie overdragen, die ontroeren, Die betoveren . . .  Daarom werk ik met visuele middelen. Die zijn open, die hebben meerdere uitgangen, die laten meerdere interpretaties toe . . .  en kijk, door de versmelting van glas en porselein voeg ik iets toe aan de beeldtaal, iets nieuws, iets vrij’s . . . een heel nieuw materiaal waardoor we allicht beter kunnen uitdrukken wat we denken en wat we voelen . . . net zoals bijvoorbeeld de ontdekking van een nieuwe letter een heel scala aan nieuwe woorden geeft.

Het werk ziet er uit als gewone schilderijen, maar dat zijn ze in principe niet. Er komt geen verf aan te pas. Wat maakt ze dan toch tot een schilderij?

Nou, het werk is laag voor laag gemaakt in meerdere ovens, op verschillende locaties. En die lagen zijn als het ware geschilderd  met glas en porselein. En door de versmelting van die materialen met het beeld lijkt het resultaat op schilderijen . . .

En wordt het kijken op scherp gezet?

Ja, precies, juist op dat moment waarop de vorm nog zo nieuw en onverwacht is dat je niet meteeen begrijpt waarmee je te maken hebt . . . nog wat aarzelt. Daar ligt het geheim . . . de schoonheid , de ontroering . . . en-nuh, stijgen de schilderijen boven zichzelf uit.

Hoe dan?

Nou, kijk, de schilderijen zijn niet heel groot, maar wel groot genoeg om er in te kunnen gaan . . . Niet letterlijk, maar de afmeting is groot genoeg om de diepte in te gaan, om erin te kijken, om in een andere state-of-mind te raken, zonder drugs natuurlijk, als pure gewaarwording. Niet om je knock-out te slaan, maar om een betoverende uitwerking op je te hebben. Alsof je door een raam naar binnen kijkt, Alsof je midden in een schilderij zit, in de magie ervan. Waarin je de betoverende werking van glas en porselein ondergaat . . . als een vorm van materiële overstijging . . .

Mm-hmm, dat klinkt behoorlijk gewichtig . . .

Ja, dat is misschien wel zo, ja, maar toch ligt hierin de kracht van het werk. In de gelaagdheid ervan. En omdat porselein en glas ook materialen zijn die licht vasthouden, zijn het lichtgevende schilderijen . . .  Een soort toverlantaarns, ongrijpbaar, spelend met licht . . . en vrolijk smalend met dat wat we kennen . . .

. . . We hebben er allebei wel genoeg van en pakken onze spullen bij elkaar. Ik geef haar een lift. We rijden door het kustlandschap. Alles is verguld, zegt ze. Ja, de zon staat hier hoger dan waar dan ook in deze wereld.